FAQ

Beschermbuizen

Zijn er verschillende ScrutonWell® ontwerpen voor gasvormige en vloeibare media nodig?

Nee, het ontwerp van de ScrutonWell kan voor gasvormige en vloeibare media worden gebruikt. Het WIKA -ScrutonWell ontwerp is gebaseerd op ASME document "Helical strakes in suppressing vortex-induced vibrations" (ASME rapport 11/2011 vol. 113.). De testen voor dit rapport werden in een waterkanaal doorgevoerd. Dezelfde ontwerpregels worden ook toegepast om spiraalvormige gangen in lucht te ontwerpen, bijvoorbeeld op industriële schoorstenen conform DIN EN 1993-3-2.

Voorbeelden voor technische toepassingen van het ScrutonWell ontwerp zijn:

•         Industriële schoorstenen (lucht)
•         Auto antennes (lucht)
•         Offshore platforms (water)
•         Offshore stijgleidingen (water)
•         Kabel van touwbruggen (lucht)

Zijn er GOST-certificaten voor thermowells?

Nee. GOST-certificaten bestaan alleen voor meetinstrumenten en een thermowell wordt slechts beschouwd als een onderdeel van een thermometer.

Kunnen de berekeningen conform ASME PTC 19.3 TW-2016 worden gebruikt voor thermowells uit 1 stuk en gefabriceerde thermowells?

Nee. De berekening conform ASME PTC 19.3 TW-2016 wordt slechts gebruikt voor thermowells uit 1 stuk in conische, rechte of getrapte ontwerpen van massieve materialen, zoals model TW10, TW15, TW20, enz.

Moeten thermowells over een CE-keurmerk beschikken?

Thermowells moeten eigenlijk niet over een CE-keurmerk beschikken. Een uitzondering hierop als gevolg van zijn speciale ontwerp is het model TW61 thermowell met DN25, geschikt voor orbitaal lassen. Dit model dient conform de Europese richtlijn voor drukapparatuur (2014/68/EU) over een CE-keurmerk beschikken.

Hoe hoog is de toegestane drukbelasting voor thermowells?

In de Appendix bij DIN 43772 staan belastingsdiagramman waaruit, afhankelijk van temperatuur en medium, de maximaal toegestane drukbelasting voor de verschillende geometrieën kan worden gehaald. Komt de leidinggeometrie niet overeen met DIN 43772, dan kunnen individuele berekeningen worden doorgevoerd volgens ASME PTC 19.3 of Dittrich / Klotter, die als statische resultaten de max. drukbelasting bevatten.

Wat zijn geschikte materialen voor thermowells voor negatieve temperaturen?

De eerste keuze voor toepassingen met hoge temperaturen moet altijd roestvrij staal zijn, zoals 1.4404 of 316L. (Goedkeuring conform AD2000 W10 tot -270 °C) Koolstofstaal dient vanwege het drop-off effect in detail te worden bekeken.

Wat zijn de factoren die de responstijden van thermowells beïnvloeden?

Eenvoudig gezegd, men kan zeggen dat hoe stabieler een thermowell geconstrueerd is, des te langzamer het op temperatuurwijzigingen reageert. Om de responstijd te optimaliseren zijn er thin-walldiktes en lage luchtruimte tussen sensor en de binnenwanden van de boring. Verdere optimalisaties in ontwerp zijn geperforeerde bodems en effectieve insteeklengtes van meer dan 100 mm.

Wat zijn de gebruikelijke toepassingen voor het ScrutonWell® ontwerp thermowells?

Thermowells in ScrutonWell ontwerp kunnen gebruikt worden wanneer bij een thermowell berekening het dynamische element van de berekening alleen in beperkte mate wordt overgedragen.

In tegenstelling tot de standaard optimalisatiemogelijkheden (inkorten van de insteeklengte/gebruik van een steunkraag of het vergroten van de diameter van de thermowell), die de resonantiesnelheid van de thermowell-berekening verbeteren, beperkt het ScrutonWell ontwerp de trillingstimulus van de thermowell door zijn spiraalvormige wikkelingen met meer dan 90%, waardoor hij het dynamische element van de sterkteberekening overbodig maakt.

Ga voor meer informatie naar ScrutonWell® design thermowells.

Wat betekenen de markeringen 'afdichtingen conform ASME B16.5'?

RF - Raised Face
Afdichtingen met een standaard ruwheid "Stock Finish" 125-250 AARH conform B16.5.
RFSF - Raised Face Smooth Finish:
< 125 AARH (niet gedefinieerd in B16.5)
Ring Joint Groove/RJF Ring Joint Face < 63 AARH conform B16.5

Verouderde beschrijvingen waren conform ANSI
- Stock Finish 250-500 AARH
- Smooth Finish 125 -250 AARH
- Mirror Finish
- Cold water finish
zonder definitie van de ruwheid.

Wat betekenen ZFP, NDE of NDT?

ZFP is de Duitse afkorting voor "Zerstörungsfreie Prüfungen" (niet-destructieve onderzoeken). De afkortingen NDE of NDT staan voor "Non-Destructive Examination" of "Non-Destructive Testing" (niet-destructief onderzoek resp. niet-destructief testen). Dit wordt gebruikt om te verwijzen naar niet-destructieve inspecties of testen op componenten in het algemeen.

Welke informatie is nodig om een thermowell berekening conform ASME PTC 19.3 TW-2016 door te voeren?

Hiervoor is de volgende informatie nodig:
- Temperatuur
- Druk
- Stroomsnelheid
- Dichtheid van het medium
- Insteeklengte van de boring
- Stamdiameter, Puntdiameter
- Puntdikte
- Binnendiameter van de adapter
- Hoogte van de adapter

Nadere informatie staat vermeld in onze Technische Informatie IN 00.15 "Strength calculation for thermowells" in het downloadgedeelte van www.wika.bx.


Wat is een verfpenetranttest?

Met de penetranttest conform DIN EN 3452-1 kunnen fijne haarscheurtjes en poreusheden in lasnaden zichtbaar worden gemaakt. Na het reinigen van het te onderzoeken oppervlak wordt er een contraststof (rood of fluorescerend) opgespoten. Door het capillaire effect penetreert deze stof eventuele oppervlaktedefecten. Na het opnieuw schoonmaken van het oppervlak wordt er een ontwikkelaar (wit) opgespoten, die de contraststof extraheert (uit haarscheuren e.d.) waardoor middels kleurcontrast op eenvoudige wijze de defecten geëvalueerd kunnen worden. Na het doorstaan van een vloeistofpenetratietest wordt de thermowell gemarkeerd met "PT".

Wat is een heliumlektest?

Voor het testen op lekkages conform DIN EN 1779 (1999) / EN 13185 wordt helium 4.6 gebruikt als testgas. Met de test kunnen de kleinste leksnelheden worden gedetecteerd en de test wordt beschoud als de meest gevoelige testmethode voor het testen op lekkages. Over het algemeen moet er onderscheid worden gemaakt tussen een integrale en lokale testmethode. In de integrale test kunnen leksnelheden (bijv. 1x10-7 mbar * l / s) worden bepaald, terwijl de lokale testen de locatie van het lek kunnen vinden met behulp van een sprayvoeler. Na het doorstaan van een heliumlektest wordt de thermowell geëtiketteerd met een betreffende sticker.

Wat is een hydrostatische druktest?

De hydrostatische druktest is een druk- en krachttest van de componenten van een thermowell in overeenkomst met het AD2000 data sheet HP30. Voor de test wordt de thermowell in een testopstelling geklemd en op kamertemperatuur belast met een gedefinieerde testdruk en -duur (bijv. drie minuten). Over het algemeen wordt onderscheid gemaakt tussen het extern en intern testen van druk. Gangbare testdrukken zijn 1,5 maal de nominale druk van de flens met externe druk, of 500 bar met interne druk. De test wordt uitgevoerd met water met een chloridegehalte van 15 ppm. Na het doorstaan van de hydrostatische druktest wordt de thermowell gemarkeerd met een "P".

Wat is een PMI-test?

De PMI (positive material identification) test bewijst welke legeringcomponenten zich in het materiaal bevinden. Er zijn diverse algemene testprocedures. Met Optical Emission Spectrometry (OES) conform DIN 51008-1 en -2 wordt een boog gegenereerd tussen het oppervlak van de thermowell en de testapparatuur, en het spectrum van deze boog zorgt ervoor dat de legeringelementen zowel kwalitatief als kwantitatief kunnen worden herkend. Een karakteristieke eigenschap van deze procedure is het brandmerk dat op het werkstuk wordt achtergelaten. Een testproceure die het oppervlak niet beschadigt is röntgenanalyse, tijdens de röntgen worden de atomen van de thermowell geactiveerd totdat ze zichzelf bestralen. De golflengte en intensiteit van de uitgezonden straling is opnieuw een meting van de legeringcomponenten en hun concentraties. Na een succesvolle PMI-test / positieve materiaalidentificatietest wordt de thermowell gemarkeerd met "PMI".

Wat is röntgentesten?

Via een röntgentest conform EN 1435 of ASME Sectie V, Artikel 2, Editie 2010 kunnen bijvoorbeeld volledig ingebrande lasnaden op thermowells op onregelmatigheden (scheuren, loze ruimtes, onvoldoende hechting) worden onderzocht. Afhankelijk van de afmetingen van de thermowell zijn tot vijf röntgenfoto's nodig om onregelmatigheden met groottes van 0,5 mm in de volledig ingebrande lasnaden op te sporen. Een röntgenonderzoek kan ook worden gebruikt om de centraliteit van de boring in thermowells van massief materiaal vast te leggen. Hiervoor zijn twee foto's van de thermowellpunt bij 90 graden ten opzichte van elkaar nodig.

Wat is een ultrasone test?

Via een ultrasone test conform DIN EN ISO 17640 kunnen bijvoorbeeld volledig ingebrande lasnaden op thermowells op onregelmatigheden (scheuren, loze ruimtes, onvoldoende hechting) worden onderzocht. Hiervoor worden de reflecties van een bestraald ultrasoon signaal van de oppervlakken van onregelmatigheden gemeten. Om de positie van de onregelmatigheden te bepalen wordt de echografiemachine geholpen met behulp van een referentielichaam. De ultrasone methode kan ook worden gebruikt om de dikte van de wand van een massieve thermowell te meten om de centraliteit van de boring te bepalen.


Wat wordt bedoeld met dubbel gecertificeerde materialen, zoals SS 316/316L?

Dubbel gecertificeerde materialen voldoen aan de eisen van de individuele materialen. Het materiaal SS316 beschikt conform ASTM A182 over een maximaal koolstofgehalte van 0,08 %; het materiaal SS316L (L=lage koolstof) heeft een maximaal koolstofgehalte van 0,03 %. Staallegering met bijvoorbeeld C=0,02 % voldoet aan beide eisen en kan gemarkeerd worden met SS316/316L.

Wat is de geschikte sensorlengte voor een thermometer zonder een thermowell?

Voor mechanische thermometers dient de sensor geen contact te hebben met de bodem van de boring, maar dient er eerder een luchtspleet te zijn van 2-5 mm. Voor elektrische thermometers is de sensor geveerd, omdat de sensorpunt de bodem van de boring moet raken, waar de sensor ongeveer 2-5 toegeeft.

Wat is het verschil tussen thermowells uit 1 stuk en gefabriceerde thermowells?

Gefabriceerde thermowells zijn gemaakt van buizen die (bijvoorbeeld) tijdens het proces afgedicht zijn door een solide gelaste punt. Thermowells uit 1 stuk zijn gemaakt van een volledig stuk staafmateriaal (rond of hexagonaal).

Wat is de maximale insteeklengte voor een thermowell?

Voor thermowells uit meerdere stukken is de maximale lengte beperkt door de gefabriceerde lengtes van de buizen, wat ongeveer 5-6 meter is. Thermowells uit 1 stuk zijn gemaakt van massief materiaal en beperkt door de productielengte van de boring, die voor elk product tussen 1.000 en 2.000 mm ligt. . Langere thermowells uit 1 stuk moeten worden gemaakt door individuele elementen samen te lassen.


Wat is de maximaal toegestane temperatuur voor thermowells?

De maximaal toegestane temperatuur hangt af van de gebruikte materialen en de normen waaraan moet worden voldaan. Een standaard roestvrij staal kan bijvoorbeeld gebruikt worden in lucht tot +900 °C, de maximale bedrijfstemperatuur is ongeveer +600 °C en een goedkeuring wordt verleend tot +450 °C.

Wat is de minimale insteeklengte van een thermowell?

De insteeklengte van een thermowell wordt gespecificeerd door de gebruikte thermometer. Over het algemeen kunt u uitgaan van een lengte van 60-100 mm voor mechanische thermometers van een minimale totale lengte. Elektrische thermometers hebben een insteeklengte nodig van ten minste 35 - 50 mm. Dit dient echter per geval beoordeeld te worden.

Wat dient de insteeklengte voor thermowells in pijpleidingen te zijn?

Over het algemeen moet het medium langs de sensor van de thermometer stromen. Dit wordt normaal gesproken bereikt door de punt van de thermowell in het middelste derde van de pijpleiding te hebben.

Welke testen en inspecties zijn voor thermowells voorgeschreven?

Conform DIN 43772 Punt 4.6 dienen alle testen en certificaties tussen de fabrikant en de operator te worden afgestemd.

Welke testen zijn gebruikelijk of mogelijk voor thermowells?

Algemene niet-destructieve testen zijn de druktest en, voor gelaste thermowells, vloeistofpenetratietest. Om de centraliteit van de boring te testen is bovendien röntgen- en echo-onderzoek mogelijk. Om de dichtheid te testen is de heliumlektest een optie. De afwerking of hardheid van het oppervlak kan ook worden getest. Een materiaaltest is de Positive Material Identification (PMI test).

Wanneer worden thermowells uit 1 stuk of gefabriceerde thermowells normaal gesproken gebruikt?

Gefabriceerde thermowells worden over het algemeen aanbevolen voor lage tot gemiddelde procesbelastingen. Thermowells uit 1 stuk zijn geschikt voor de hoogste procesbelastingen, afhankelijk van hun ontwerp. Dus nu worden thermokoppels uit 1 stuk vrijwel exclusief internationaal of in de petrochemische industrie gebruikt.

Welke modellen van de huidige DIN 43772 komen overeen met de oude DIN 16179 en DIN 43763?

DIN 16179 =
BD = Vorm 5
BE = Vorm 6
BS = Vorm 4
CD = Vorm 8
CE = Vorm 9
CS = niet langer gespecificeerd
DIN 43763
Vorm A = Vorm 1
Vorm B1-B2-B3-C1-C2 = Vorm 2G (gedeeltelijk
D1-D2-D3-D4 = Vorm 4 en halsbuis
Vorm E1-E2-E3 = Vorm 3 (gedeeltelijk
Vorm F1-F2-F3 = Vorm 3F (gedeeltelijk)
Vorm G1-G2-G3 = Vorm 3G (gedeeltelijk)

Eerder niet gestandaardiseerd: Vorm 2F, 4F, 7

Waarom hebben thermowells tegenwoordig voornamelijk binnenschroefdraden voor thermometeraansluitingen, en geen buitenschroefdraden zoals in oudere specificaties?

De kans op schade met binnenschroefdraden is kleiner dan met buitenschroefdraden. Omdat het vervangen van thermowells altijd met moeilijkheden gepaard gaat. Omdat hiermee de thermometer er zonder moeite uit kan worden gehaald terwijl de installatie draait, wordt deze configuratie aanbevolen. In het verleden werden de meeste thermometers gebruikt met wartelmoeren die pasten op de buitenschroefdraden op de thermowell.

Waarom hebben oudere thermokoppelontwerpen vaak een bolvormige punt?

In het verleden werden vaak HSS boren met een punt in een hoek van 188 graden gebruikt voor de productie van thermowells. Om een zo uniform mogelijke wanddikte te krijgen was de punt bolvormig. In de huidige staat van de productietechnologie kan gebruik worden gemaakt van speciale langgatboormachines met een vrijwel vlakke bodem. Daarom kunnen moderne thermowells (bijv. DIN 43772) met een vlakke punt worden gemaakt.

Waarom specificeren sommige gebruikers een gepolijst thermowell oppervlak, en anderen definiëren een hoge ruwheid of karteling van het gebied in de stroming?

Dit hangt af van het gebruik van de thermowell. Een gepolijst oppervlak heeft een hogere corrosieweerstand dan een ruw oppervlak. Het ruwe of gekartelde oppervlak heeft een voordeel wat betreft de trillingsbekrachtiging door het Von Karman wervelwindeffect, wat betekent dat dergelijke thermowells tegen hogere stromingssnelheden bestand zijn dan gladde thermowells.